Ds. H.J. Messelink, Hosea, een vreemde liefde, [2005], 16 "Want groot zal de dag van Jizreël zijn..." De naam Jizreël (God zaait) wordt in vers 4 en 5 in negatieve zin gebruikt en in 2:21 in positieve zin. Het is moeilijk uit te maken, hoe we het hier moeten lezen. Als het terugslaat op vers 4 en 5, dan moet het betekenen dat de Here God naast Israel ook Juda zal treffen met Zijn straf. Een gezamenlijke verlossing van de beide broedervolken zal nodig zijn, omdat het oordeel tenslotte alle twaalf stammen treft.
Toch ligt het meer voor de hand om een positieve betekenis aan dit vers te geven. Het staat immers midden in de heilsprofetie van vers 10-12 en zou danig uit de toon vallen als het negatief bedoeld was. Groot zal de dag van Jizreël zijn -- dat laat weer iets zien van Gods genadig ingrijpen. Hij zaait! Waar dood was, schept Hij leven!
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [27]En de kinderen van Juda, en de kinderen Israels zullen samenvergaderd worden, en zich een enig hoofd stellen, en uit het [28]land optrekken; [29]want de dag van Jizreel zal groot zijn. 27. Hoewel sommigen dit enigszins verstaan van de verlossing uit de Babylonische gevangenschap, wanneer de verstrooide en overgebleven vrome Israelieten, door al de geleden plagen bijkans teniet geworden zijnde, zich zeer gaarne zouden voegen bij de optrekkende Joden, zo ziet het nochtans eigenlijk op de verzamelingen der kerk van het Nieuwe Testament uit Joden en heidenen, onder een Hoofd Jezus Christus door geloof en ware bekering. Vergelijk Jer.23:6, enz., en Jer.31:5,6,9, en Jer.50:4, enz. 28. Van hun lichamelijke gevangenschap, en eigenlijk uit de geestelijke gevangenschap zich begeven tot Gods kerk. 29. Of, omdat de dag van Jizreel groot zal geweest zijn. Versta, Israels nederlaag en verwoesting, waarvan boven vs.5. De zin is dat dit oordeel Gods en al de volgende of gevolgde straffen hen daartoe zullen bewegen. Sommigen verstaan door Jizreels dag den dag van Israels verlossing, die heerlijk zal zijn, gesteld tegen den dag hunner nederlaag in Jizreel, en daarom ook genoemd Jizreels dag; dat is Israels dag. Vergelijk onder hfdst.2 vs.21. Deze verklaring komt met het voorgaande wel overeen. Alzo wordt iemands dag in de Schriftuur genoemd, de tijd in welken iemand iets bijzonders goeds of kwaads van God naar zijn bestemden raad wordt toegeschikt.